Carrosserieen
De carrosserie is het koetswerk van een motorvoertuig (auto of autobusbus, dat wil zeggen de constructie zonder de losse onderdelen, zoals de motor, de wielen, de aandrijflijn, en het interieur (met name de zitplaatsen). Vaak wordt de carrosserie op het chassis geplaatst. Het kan ook zijn dat een voertuig geen chassis heeft, maar een zelfdragende carrosserie, dat wil zeggen, dat de carrosserie zo stevig is uitgevoerd, dat de losse onderdelen daar direct op gemonteerd kunnen worden. Dit is de meestgebruikte constructiemethode voor personenauto's, zelfs voor sportwagens omdat het veiliger is dan de constructie met chassis en carrosserie.
In de begintijd van de auto was het gebruikelijk dat men een chassis kocht, wat het merk van de auto bepaalde, en dat de auto door een carrosseriebouwer van een koetswerk voorzien werd. Bij vrachtwagens en autobussen is dit nog steeds gebruikelijk. Ook bij bestelwagens is het mogelijk een chassis met cabine te kopen, van een opbouw volgens eigen wensen of eisen te laten voorzien. Het woord is ouder dan de auto zelf en stamt uit de tijd dat de koets (Frans: carrosse) nog het straatbeeld bepaalde. De moderne carrosserieën zijn overwegend gemaakt van staal, hoewel aluminium en kunststoffen in opmars zijn. In het begin van de autoproductie werd ook hout verwerkt.
